‘Ik Laat Je Niet Alleen’
Ik laat je niet alleen, vergeet onze strijd en die verspilde dagen van misverstand. Ik laat je niet alleen.
Ik zoek voor jou in ‘t stof van de wegen van parels van regen en dauw. Ik zal heel mijn leven werken zonder rust om jou licht en lust en goud en goed te geven. Ik bewaak een gebied waar de liefde troont en loont, waar jouw wil geschiedt. Maar ik laat je niet alleen. Ik bedenk een taal voor jou alleen: zoals het wit het zwarte koestert, zwakheid de kracht vereert en het daglicht de nacht bemint – ik laat je niet alleen.
Nee, ik jank niet meer, ik spreek niet meer. Want ik wil alleen horen hoe je praat, kijken hoe je lacht, weten hoe je zacht door de kamer gaat. Nee, ik vraag niet meer. Ik wil je schaduw zijn, je voetstap: ik laat je niet alleen.